Samengevat:
Camille is vierentwintig jaar en heeft alles wat ze maar nodig heeft om haar leven gelukkig te lijden. Fijne vrienden, liefhebbende ouders die net zo gek zijn als zijzelf en een beurs op het bekendste sport college in Engeland. Het enigste waar ze nog op wacht is ‘de ware’. Haar dagen vult ze met haar keuzevak, Honkbal. Honkbal is haar passie, haar alles en ze laat het door niks of niemand in de weg zitten. Elke dag traint ze in haar joggingbroek en rent ze met haar All Stars alle honken af om zo uiteindelijk mee te kunnen spelen aan Internationale Honkbaltoernooi.
Op een dag gaat ze met de hele meiden gang, stappen met een groep jongens van het “vrouwvrij” Maarten Maurice Universiteit en ontmoet ze Ralph. Ralph is rijke nette jongen die rechten studeert en hij creëert een totaal negatief beeld in Camille’s hoofd en overal waar ze is komt ze hem tegen. Tot grote schrik blijkt deze rijke luisjongen de liefde van haar leven te zijn. Ze gaat naar gala’s, bezoekt koninklijke tuinen en dineert met abnormaal veel bestek. Ze wordt gedwongen haar levenstijl aan te passen, maar lukt het haar om haar lievelings All Stars om te ruilen voor hoge Prada hakken?
Hoofdstuk 8
Het is zaterdag en ik zit samen met Jasmijn en Jule op de bank voor de tv. Ik kijk op de klok en zie dat het al half één is. Om kwart voor twee heb ik een afspraak mét mijn ouders bij onbekende, rijke mensen. Ik sta op en ga met mijn hoofd in mijn kussen liggen en gil zo hard en zo lang als ik kan. Jasmijn en Jule springen van de bank en beginnen aan me te trekken. ‘Waar ben je mee bezig!’ schreeuwt Jasmijn. Ik sta op en gorgel even met mijn keel. Au, dat doet pijn. Ik pak te telefoon en bel het nummer van mijn ouders. Jasmijn en Jule kijken me vragend aan. Er wordt opgenomen.
‘Met Carissa’ hoor ik mijn moeder zeggen.
‘Mam…’ zeg ik op een zielige toon.
‘Camille? Ben jij dat? Wat klink je schoor is er iets mis met je?.’
‘Ik heb koorts mam!’ Ik gooi er nog even een kuchje achteraan.
‘Wat! Nu net vandaag?’ Oh shit.
‘Nee, ik heb het al heel de week maar ik dacht dat het wel over zou gaan…maar het wordt alleen maar erger.’ Jule en Jasmijn hebben ondertussen hún hoofden onder de kussens verstopt, zodat ze niet in lachen uitbrasten. Na een tijdje weet ik mijn moeder ervan te overtuigen dat ik echt niet naar de dokter hoef, maar dat ik nu toch echt wel té ziek ben om op visite te gaan bij rijke mensen die ik niet ken. Mijn moeder wenst me beterschap en hangt op. Jasmijn en Jule komen in tranen onder de kussens vandaan. ‘Dus, wat wil je vanmiddag gaan doen?’ Jasmijn en Jule kijken me grinnikend aan.
Na een uurtje lopen we in de stad. Het is vreselijk druk! Overal zie ik mensen van school lopen maar ik zie ook heel veel jongens van de Uni. Allemaal in het net. Heel sjiek met een stopdasje om. Ik snap dat niet hoor. Kun je eindelijk gewoon in je vrijetijdskleding lopen, doe je nog zo’n apenpakje aan. Als we een winkel uitlopen botsen we ineens tegen een groepje jongens aan. Als ik opkijk zie ik wie het zijn. Marcus, Remon, Wijnand, Wouter-Jan en Jan-Peter staan voor me. ‘Meiden!’ roepen de jongens, en één voor één komen ze drie zoenen innen. Na een tijdje zitten we met zijn allen op een terrasje. De jongens aan het bier en wij vrouwen aan de wijn. ‘Camille, nog bedankt hè…dat je zo goed hebt gehandeld die ene avond in de kroeg.’ De jongens knikken en heffen het glas op mij.
‘Waaromu…isuu…Ralph er niet?’ Jasmijn wenkt met haar wenkbrauwen naar mij. Wat bedoelt dat rare mens? En waarom praat ze zo raar?
‘Die wil weer leren voor een rechtszaak voor volgende week’ lacht Marcus.
‘Zei hij nog wat over mij?’ Ik kijk de jongens vragend aan. ‘Uhm…haha…hij vond je nogal…uhm…dronken.’ Remon kijkt op van zijn glas en de andere jongens staren hem boos aan. ‘Ik bedoel…ja weet ik veel…Ralph heeft het niet zo op losbollen.’ Ik verslik me bijna in mijn wijn maar ik neem er snel een grote slok na. ‘Wat Remon probeert te zeggen, is dat Ralph de grootste kakker van heel de Uni is.’ Wijnand geeft een knipoog. Ik heb alweer genoeg gehoord en ik wend mijn hoofd af.
Waarom zou ik me er trouwens druk om maken?
Het is half één en Jasmijn en ik liggen met onze ogen open naar het plafond te staren. We hebben een nieuwe klok gekocht die de tijd projecteert op het plafond. Hij verandert elke keer van kleur.
Nu staat hij op roze.
‘Ik snap nog steeds niet waarom mijn schorsing werd ingetrokken.’ Ik ga rechtop in bed zitten.
‘Ja, je kunt moeilijk naar je dossier gaan vragen’ zegt Jas.
Dossier? Wacht eens even…natuurlijk! Daar staat álles in!!! Ik spring uit bed en trek mijn joggingbroek en een vest aan.
‘Wat ga je doen?’ vraagt Jasmijn.
‘Ik ga mijn dossier opzoeken. Ga je mee? Ik weet waar Mendyel de sleutels bewaart’.
‘Ten eerste: Nee ik ga niet mee want straks wordt ik weer geschorst en ten tweede: Hoe weet jij waar zijn sleutels liggen?’
‘Van Nelly’ zeg ik lachend. Ik pak mijn zaklamp, stap naar buiten en doe stilletjes de deur achter me dicht.